Doelgericht kunnen uitwisselen van informatie met anderen.
Voorbeelden
Kunnen omgaan met verschillende communicatieve situaties
Kennen van de gesprekstechnieken, -regels en sociale conventies bij elke situatie.
Kunnen omgaan met verschillende communicatiemiddelen (teksten, films) en het hanteren van verschillende strategieën daarbij.
Hebben van inzicht in de mogelijkheden die ICT biedt om effectief te communiceren.